
Vandaag lekker uit geslapen, omdat ik de nachtdienst heb.
Toen ik opstond scheen het zonnetje en ik dacht gelijk aan het rondje van gisteren, als ik nu de zelfde ronde in tegenovergestelde richting zou rijden, dan is dat weer een mooie afwisseling.
Na het gebruikelijke bakje koffie en ontbijt, mijn fietskleding aangedaan, bidon gevuld en een paar chocoladewafels in het achterzakje gedaan.
Kortom ik was er helemaal klaar voor.
Om 12:44 hr. slinger ik de Polar in gang en vertrek, eerst even naar Angelo om even polshoogte te nemen over zijn griep.
Angelo zijn vrouw doet open en ik vraag ‘hoe is het met die zeezieke hindoe?’ ‘nou die is 20 min. geleden vertrokken voor een kleine training’.
Okay dat is een goed teken, ‘dan gaat het weer wat beter’ Angelo zijn vrouwtje kijkt maar bedenkelijk, dit zegt mij genoeg.
Ik vertrek uit Sas en zoals ik al gezegd heb, het rondje van gisteren in omgekeerde volgorde.
Er staat een enorme puist wind komend uit het ZW kracht 6/7 ik rij met een slakke gang want ik wil mijn hartslag in D1 houden, dit in tegenstelling van gisteren toen fietste ik hoofdzakelijk in D2.
Ik pedaleer op een heel klein verzet 39 / 23 en het gaat lekker.
Net als ik Hoofdplaat uitrij komt mij een renner voorbij gestoken, hij rijdt met een gangetje van 26 km/hr. vol tegen de wind op, ik kan de verleiding niet weerstaan en pik maar aan, ik ga ik het wiel zitten van deze beul en laat hem rijden, af en toe neem ik even over, maar wil me niet forceren.
Bij nummer 1 neem ik weer over en ga toch het tempo wat opdrijven, op den duur rij ik 38 en denk dat de renner gewoon in mijn wiel zit maar als ik om kijk is er een gat van 50 meter, ik haal de vaar er even uit zodat hij weer aan kan sluiten en wijs hem de plaats aan waar hij uit de wind kan zitten.
Ik schakel weer een tandje bij en we zijn vertrokken, maar het was maar voor korte duur weer moet hij lossen.
Ik laat me weer terug zakken, en we maken een praatje.
‘jij bent een echte fietser’ zegt hij tegen mij ‘ja maar jij toch ook?’ ‘nou nee ik ben hardloper, maar ik wissel graag eens af met fietsen’, ‘dan fiets je toch lekker als hardloper’.
“waar moet je naartoe?’ vraag ik hem ‘naar Breskens, ‘okay fiets ik nog een stukje met je mee’.
Onze wegen scheiden zich in Breskens, ik vervolg mijn weg “wat een wind!!!”.
Bij Nieuwvliet voel ik speling op het Crankstel, wat is dit nu weer ik stop even en ja hoor het spulletje zit los.
Ik rij toch maar door en bedenk me zelf dat er in Cadzand een fiets verhuur zit, wellicht kunnen zij mij even helpen.
Bij de friettent laat ik mijn bidon even vullen, en vraag ‘is de fiets verhuur open’ ‘ja hoor’.
Gerust gesteld rij ik richting de fietsverhuur, maar alles ziet er donker uit toch voel ik even aan de deur en die is open, ik stap naar binnen en verschrikt komt er in één keer een hoofd van achter een reclamebord ‘wudder binnen nie open!!’ zijn de worden die uit het hoofd klinken, ‘mag ik u iets vragen? Vraag ik hem ‘Mijn crankstel zit los en met een inbussleutel zou ik het even vast kunnen zetten, heeft u een inbussleutel? ‘ja maor wudder binnen nie open en daar behin ik nie an’ ‘dan moet ik maar te voet terug naar Sas van Gent’ zeg ik hem.
Met veel morren zegt hij ‘la me us kieke, a ja ‘kziet al. Hij verdwijnt weer in zijn winkel en even later komt hij met een Inbussleutel terug.
Ik zet het zaakje weer vast bedank de “vriendelijke mede Zeeuwsvlaming” en zet mijn tocht weer verder, “wat een KL….windt”.
Voor Watervliet word ik opgeschrikt door een paard met wagen die van een boerenerf komt af gezeild en zo de weg op schiet, wat is dit nou? ik mis iets O shit er zit geen bestuurder op de bok, die loopt er een twintig meter achter met zwaaiende armen, te roepen en te tieren.
Ik bedenk me geen seconde en spring van mijn fiets en ga op de weg staan met mijn fiets omhoog, om zodoende het paard te laten stoppen, maar het beest, dat al erg over zijn toeren was zet er de vaart nog meer in en stormt recht op mij af.
Wellicht is het beest bang want een spoor van stront laat het beest achter zich, ik blijf met de fiets omhoog staan en begin nu ook bijna mijn koersbroek vol te kakken van angst, het paard steigert en ik moet echt opzij springen om niet verplettert te worden.
De man zet de achtervolging verder in en een busje komt van het erf af gescheurd, hij stapt hier in, ik hoop dat ze het beestje tot bedaren hebben gekregen.
Wat je allemaal niet mee maakt op een training.
Na 4 uur en 10 min. ben ik weer in ’t sas, lekker gefietst 106 km.
De Polar kreeg kuren en vanaf Cadzand geeft hij een hartslag aan van tussen de 190 en 220 wellicht iets met de batterij of slecht contact met de huid.
Morgen alleen op de fiets naar het werk.